De engel van Amsterdam
Verschenen in 1992 - De dakloze Rick, die achter het Centraal Station woont, de vrome, kauwgum kauwende Gracia in de oude Noorderkerk, de sigarenhandelaar van de Scheldestraat, tante Nel van de Lindengracht en vele anderen bevolken de verhalen in deze kroniek van Amsterdam. Er is echter slechts één hoofdpersoon: de stad zelf.
Drie jaar voordat Een kleine geschiedenis van Amsterdam verscheen, publiceerde Geert Mak De engel van Amsterdam. Het zijn twee totaal verschillende boeken, maar met dezelfde hoofdpersoon: de hoofdstad. Waar Mak in Een kleine geschiedenis van Amsterdam het chronologische verhaal vertelt van pakweg tien eeuwen hoofdstad, van het ontstaan van de eerste woonkernen rond het jaar 1000 tot de moderne tijd, daar is De engel van Amsterdameen soort stadskroniek geworden.
Het boek staat vol met verhalen en anekdotes over bijzondere mensen die in de loop der tijd de hoofdstad bevolkten en op een of andere manier een stempel op zijn geschiedenis drukten. Samen bieden die portretten een mooie blik op hoe Amsterdam zich in de loop der eeuwen ontwikkelde. De verhalen gaan over van alles en nog wat: over een huis aan de Burgwal, waarvan de geschiedenis die van de hele stad weerspiegelt, over de Noorderkerk, een van de weinige monumenten in de stad die nog in bijna oorspronkelijke staat te bewonderen zijn, over het Centraal Station en omliggend gebied met zijn junkies, mafkezen en sociale randgevallen, of over zomaar een bewoner van de stad, zoals CDA-politicus Theo Heijne, in wiens carrière je trekjes van een Shakespeariaans drama kunt ontwaren, over houseparty’s en de jeugdcultuur in de loop der tijd, over de gezondheidsdienst die zich ontfermt over vervuilde en verwaarloosde mensen, over de Scheldestraat, de ruggengraat van de stad, over het braakliggende KNSM-eiland met zijn van alcohol en geestverruimende middelen doordrenkte stadsnomaden.
In een paar decennia werd alles anders. ‘Over het klassieke Amsterdam van veertig jaar geleden is geleidelijk een andere stad geschoven, gedeeltelijk nog met dezelfde huizen en straten, maar met een ander soort bewoners, een andere taal, een ander bestuur, een andere geest.’ De engel van Amsterdam is een liefdesverklaring aan een stad waar het heden soms genadeloos afrekent met het verleden. Als stadschroniqueur is Mak een soort beschermengel van Amsterdam.
De engel van Amsterdam is ook verschenen in een Engelse uitgave.