Aflevering 7, Mest en damast
Met de hygiëne was het matig gesteld. Over reinheid en gezondheid heersten andere ideeën dan nu. En op talloze plekken stonk het naar poep en pies. Van Lennep en Van Hogendorp stoorden zich er nauwelijks aan. Ze waren het gewend.
Geert Mak en Theo Uittenbogaard bezoeken in Overijssel een typische woning uit die tijd, waar werd geleefd, gekookt en geslapen in één en dezelfde ruimte, terwijl voor de koeien ook nog plaats gereserveerd was.
De reis voert naar Almelo. Van Lennep en Van Hogendorp bezochten er een fabriek in stoffen, voornamelijk damast. De werkomstandigheden voor arbeiders waren over het algemeen niet best. Velen konden het zware werk niet aan en werden ziek. Was 55 al een achtenswaardige leeftijd voor de gemiddelde Nederlander, de arbeider haalde vaak de 35 niet eens.
Van Lennep beschrijft in zijn reisdagboek ook de ijzersmelterij van Deventer en daarna de pracht en praal van Paleis Het Loo, waarvan met name het park grote indruk op hem maakte. Van daaruit voert zijn verslag langs mooie en minder mooie plekken in o.a. Lochem, Borculo, Groenlo en Doesburg om uit te komen in Zutphen, waarover hij opgeruimd schreef: "De welvaart lacht je overal tegemoet en de meisjes zien er engelachtig uit."