De grote kwaal van de EU heet nog steeds: Triomfalisme
Over de EU en Oekraïne
Vijftien jaar geleden, in 1999, reisde je een vol jaar door Europa. Hoe kijk je daar nu tegenaan?
De laatste decemberweken van die tour herinner ik me als de dag van gisteren: ik trok van een Oost-Berlijn, nog altijd grijs en verward na decennia van communisme en nationaal-socialisme, naar een arm maar optimistisch Warschau en een desolaat en zelfs hongerig Moskou. Dan zuidwaarts, door een gebombardeerd en verwoest Belgrado en Novi Sad. En daarna, die laatste week, op een volgeladen containerschip over de Rijn, langs Duitsland, Frankrijk en Nederland, met mijn oren vol triomfmuziek: ‘Its getting better all the time!’ En zo was het ook, het ging met Europa gewoon heel goed in die tijd.
En nu?
Allemachtig, er is wel heel veel gebeurd. Berlijn, Moskou en zelfs Warschau floreren tegenwoordig. Belgrado startte onderhandelingen over het lidmaatschap van de EU. Duitsland is, na drie jaar eurocrisis, tegen wil en dank Europa’s informele leider. Nederland worstelt met zijn veel te grote banken – maar dat willen we niet weten. Frankrijk verkeert in de gevarenzone – en ook dat houden we stil. Londen denkt serieus aan opstappen. En ondertussen is aan de oostgrens van de Unie Oekraïne in brand gevlogen, en de situatie verandert daar met de dag.
Wat vind je daarvan?
Schandelijk, bruut, gewelddadig, in strijd met de internationale rechtsbeginselen en noem het verder maar. Typisch KGB werk. Als je weet wat Oekraïne allemaal te verduren heeft gehad in de Sovjet-tijd – enorme hongersnoden, moordpartijen, deportaties – dan begrijp je dat ze daar ongelofelijk bezorgd zijn. Die demonstraties gingen, mede, om Europese waarden, en alleen al daarom verdient de nieuwe Oekraïense regering steun – voor zover dat mogelijk is, tenminste.
Poetin speelt, daarbij, een uiterst gevaarlijk spel door een soort etnisch nationalisme opeens tot speerpunt van zijn buitenlandse beleid te bombarderen. Een grotendeels politiek conflict binnen Oekraïne krijgt zo een hele zware etnische lading. Het wordt opeens Russen tegenover Oekraïners, terwijl uit alles blijkt dat die tegenstellingen helemaal niet zo sterk speelden. De Krim is, in dat opzicht, niet de Oekraïne, elders laten de mensen zich niet zo snel en gemakkelijk opfokken als de Serviërs, Bosniërs en Kroaten in de jaren negentig. Sterker nog, bijna iedereen spreekt beide talen, en van de nieuwe Oekraïnse leiders is bekend dat een aantal thuis en onder vrienden ook alleen maar Russische spreekt. Die lijnen liggen dus helemaal niet scherp.
Maar, dit alles gezegd hebbend, het westen, en vooral de EU, heeft hierin ook een heel raar spel gespeeld.
Hoezo?
Je moet je voorstellen, Rusland. Een land dat met de rug naar de toekomst de 21e eeuw binnenloopt, dat niet echt moderniseert, dat opnieuw gedomineerd wordt door graaiende tsaren en bojaren. Maar wel een machtig land, zeker ten aanzien van een Europa dat voor een groot deel afhankelijk is van de Russische energie. Een land dat bovendien zwaar vernederd is door de ineenstorting van het Sovjetrijk. Getraumatiseerd kun je rustig zeggen – en dat kun je onzin vinden, en dat is het ook, maar zo denken de meeste Russen er wel over. Een gewonde beer, kortom, waarvoor je moet uitkijken.
Dan Oekraïne. Een straatarm en uiterst gecompliceerd niemandsland tussen oost en west. Een land met een westelijk gedeelte dat ooit deel uitmaakte van de Habsburgse Dubbelmonarchie en een oostelijke gedeelte dat vooral Russisch is georiënteerd. Een land dat eigenlijk niet weet waar het heen moet, geregeerd door de ene corrupte kliek na de andere. Tegelijkertijd een land dat bomvol ligt met Russische geschiedenis en waarin de Russen ook nog eens grote strategische belangen hebben. Kortom: een land waarbij alle waarschuwingssignalen op rood staan, al jaren. Uitkijken! Hoogst explosief! Levensgevaarlijk!
Wat doet Brussel? Het loopt het met olifantspoten door deze porceleinkast, biedt het land een associatieverdrag aan en begint een potje touwtrekken met Rusland met het doel Oekraine definitief binnen de westelijke invloedssfeer te krijgen. Dat mislukt op het laatste moment, er volgt een volksopstand, schietpartijen, Polen en Duitsland bemiddelen, samen met de Russen en er komt warempel een deal uit, een overgangsregime. Prompt wordt echter ook dat compromis verworpen, de president – een roverhoofdman, maar wel democratisch gekozen – wordt afgezet en er volgt een coup door de vernieuwers. De EU zwijgt, stemt toe en laat zo haar bemiddelende rol los – en daarmee ook haar grip, voor zover aanwezig, op de situatie.
Hoe begrijpelijk die sympathie voor de vernieuwers ook is, dit alles is vragen om problemen, grote problemen zelfs, en die komen dan ook prompt. Geen Russische leider, zelfs als zou die bij wijze van spreken Pechtold of Rutte heten, kan zo’n gezichtsverlies accepteren. Het is allemaal niet mooi, maar zo zit dit deel van de wereld in elkaar.
Maar Europa fungeert toch juist als baken van hoop voor veel Oekraïners?
Dat klopt. Er is een sterke middenklasse, Russen en Oekraïners gezamenlijk, die volkomen genoeg heeft van deze gecorrumpeerde regimes, die zo ook niet verder kan en wil, en die dolgraag het land wil moderniseren. Die groep heeft ieders sympathie hier in Europa. Maar er zijn ook hele rare Oekraïnse nationalisten die bijvoorbeeld overal het Russisch willen uitbannen en er zijn, aan de andere kant, ook veel Oekraïners van Russische afkomst die, ondanks alle materiële voordelen, niet bij de EU willen horen. In dat westelijke Europa voelen ze zich gewoon niet thuis. Het land is over deze kwestie, kortom, écht verdeeld, en flink ook.
Europa kan ze toch een beetje helpen?
Dat gebeurt nu ook, met een krediet van elf miljard – overigens alleen om het ergste bloeden te stoppen. Als dat een half jaar eerder was gebeurd zou er veel narigheid zijn voorkomen. Het pijnlijke aan deze hele zaak is echter dat het Europese ‘baken van hoop’ in veel opzichten een baken van valse hoop is.
Ik heb me een paar keer flink gestoten aan de ontembare hypocrisie van sommige Europese politici. Zo’n Europees parlement dat, blind van almachtsfantasieën, de Oekraïners een toekomstig EU lidmaatschap voor ogen houdt en daarmee suggereert dat ze op redelijk korte termijn mee kunnen delen in onze westerse welvaart en stabiliteit. Alleen: dat zijn beloften die de toch al zo geteisterde EU onmogelijk kan waarmaken. Oekraïne is een probleemland waarbij vergeleken, alleen al in financieel opzicht, Griekenland een kleuterklas is. De EU mist ten enenmale de mogelijkheden en, als men eerlijk is, ook de politieke wil om deze klus binnen afzienbare termijn te klaren. Dat weten die Europese politici heel goed. Het is net zoiets als het mooiste meisje van de klas dat even haar rokje optilt en dan de deur weer dichtgooit voor haar verblufte vriendje.
En daar komt dan nog eens bij dat veel van die gestolen miljarden netjes bij ons blijken te zijn geparkeerd. Landen als Nederland en Groot-Brittannië hebben achter de schermen enthousiast aan al die corruptie meegewerkt. Over hypocrisie gesproken.
En nu?
De gevolgen kon je bij voorbaat uittekenen. Allereerst een totale chaos. Vervolgens een Rusland dat, gevaarlijk, grof, onrechtmatig maar wel volstrekt voorspelbaar, zijn strategische belangen op de Krim veilig stelt. Dan het risico op verdere escalaties, een vuur dat alle kanten kan opschieten – in die fase zitten we nu. En tenslotte een bevolking die zwaar teleurgesteld en verbitterd zal achterblijven.
Maar laten we welwezen, Poetin is hier toch degene die recht en democratie met voeten treedt.
Absoluut, en hij jut de situatie bovendien nog eens extra manier op. Hij speelt met vuur. Dat betekent echter niet dat we blind moeten zijn voor de rol van de EU. Dit is, opnieuw, een duidelijk geval van ‘imperial overstretch’, van een wereldmacht – want dat is ook de EU – die zijn mogelijkheden overschat en daardoor grote brokken maakt. De Amerikanen lijden regelmatig aan deze kwaal, maar de Europeanen kunnen er ook wat van. De Amerikaanse kwaal wordt veroorzaakt door een virus onder de naam ‘exceptionalisme’ – het idee dat Amerika het door God uitverkoren land is, de meest uitzonderlijke natie ter wereld, met grote voorrechten boven de rest van de mensheid. De Europese variant heet ‘triomfalisme’. Dat virus schoot wortel in jaren zeventig en tachtig, toen het almaar beter ging met Europa, en de EU werd ronduit koortsig na val van de Muur in 1989: met onze magische soft power konden wij, Europeanen, alles, soms konden we zelfs voor God spelen.
Het virus van triomfalisme speelde bijvoorbeeld een grote rol bij de toelating van Griekenland en Italië tot de eurozone. Dat was, ook toen al, een totaal onverantwoorde beslissing, maar het gebeurde toch: met trekken en duwen en veel ‘soft power’ zouden we die Grieken en Italianen wel leren hoe het moest. Nee dus. De overhaaste toelating van Roemenië en Bulgarije: hetzelfde laken een pak.
Wat zou de EU nu moeten doen?
Poetin speelt op dit moment hoog spel, ook in intern. De opmerking van Angela Merkel over het gebrek aan realiteitszin dat ze bij Poetin had aangetroffen baart me zorgen.
Hij voelt zich, volgens bronnen in het Kremlin, zwaar belazerd door de VS en vooral door Europa. Hij is woedend en hij is wellicht ook bang dat de Oekraïnse anti-corruptie opstand overslaat naar zijn eigen land.
Zijn politieke achterban moet het echter voor een belangrijk deel hebben van de geldstromen uit Europa en de rest van het Westen. Die heeft geen enkel belang bij een almaar escalerende reeks van sancties en contra-sancties. Voor de nieuwe, snel groeiende Russische middenklasse geldt hetzelfde. Zoals een commentator schreef: ‘Er is één essentieel verschil met de tijd van de Koude Oorlog: Moskou heeft aandelen en een effectenbeurs.’ En daar vlogen de koersen bij het begin van de crisis zo hard naar beneden dat Poetin direct zijn toon matigde – al was dat maar tijdelijk.
In de tijd van de Koude Oorlog was de Sovjet-Unie nog een min of meer gesloten economie. Nu is Rusland, alleen al in economisch opzicht, intens verknoopt met Europa en de rest van de wereld. Als het land zo instabiel en agressief blijft zullen buitenlandse investeerders zich echter snel gaan terugtrekken. Zelfs zonder sancties zullen zo voor de Russische economie zal gauw grote problemen ontstaan, en Poetin zal daarvoor de prijs betalen.
Wat de EU betreft is het recept op korte termijn: grote bek terug opzetten, escalatie zo mogelijk afstraffen, verzoening belonen, bemiddelen, Oekraïne met noodhulp overeind houden maar niet teveel beloven, plus het onzichtbare maar buitengewoon belangrijke diplomatenwerk. Min of meer de lijn die nu wordt gevolgd.
Op lange termijn: eindelijk eens een consistente visie ten aanzien van eventuele uitbreidingen ontwikkelen. Eindelijk eens zorgen dat de EU niet bij iedere crisis nauwelijks bestuurbaar blijkt. Eindelijk eens een goed gecoördineerde gezamenlijke defensie en energiepolitiek op poten zetten. Eindelijk eens een paar lessen leren uit het verleden. Eindelijk eens naar de dokter.
6/10 maart 2014 Ludzer van der Molen