Een kleine geschiedenis van Amsterdam
Verschenen in januari 1995 - Het kleine geheim van een middeleeuws schoentje, gevonden in de donkerblauwe grachtenmodder, het vrouwenoproer op het Begijnhof, het dagboek van een doodsbange pater tijdens de hongersnood van 1575, de tragedie van het dienstmeisje Elsje Christiaens en de gevierde schilder Rembrant van Rijn, de apocalyps van burgemeester Coenraad van Beuningen, de Grote Kou van 1763 en de vergeten moed van Wallie en Gijs van Hall.
De meeste mensen die dit boek bevolken, schrijft Geert Mak in zijn ruim 400 pagina’s tellende ‘kleine’ geschiedenis van Amsterdam, zijn verdwenen in de tijd. Hun verhalen kan niemand navertellen, maar de stomme getuigen van wat er allemaal is gebeurd, liggen er nog steeds, bij duizenden. (...) Op straat dreunt het bestaan van alledag. Maar onder de grond en achter de gevels staan de stadsmuren nog steeds overeind, kraken de gotische balken van kloosters, molens en oude kapellen en de aarde verbergt handenvol schatten en duizenden vergeten namen.’
In dit boek voert Mak ons via sierlijk gestutte en sfeervol verlichte gangen door de diepe, diepere en diepste lagen van het hoofdstedelijk verleden, van de eerste nederzetting rond het jaar 1000 tot het heden waarin Amsterdam staat voor uitdagende vraagstukken op het gebied van onder meer milieu en immigratie. In latere drukken is een alinea toegevoegd over de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004.
Mak vertelt het adembenemende verhaal van een stad die in de loop van die eeuwen vele gezichten kende. We lezen over hoe de Grote Geschiedenis – zoals de Franse overheersing en de Tweede Wereldoorlog – de hoofdstad beroerde, maar ook over vergeten figuren en gebeurtenissen die weinig sporen achterlieten. Zo meldt Mak ergens dat er in 1928 in Amsterdam 1660 processen-verbaal werden opgemaakt wegens openbare dronkenschap en 2013 fietsen gestolen – feitjes van klein belang, maar je kunt er niet genoeg van krijgen. En het personenregister kent maar liefst dertien paginaverwijzingen bij de naam van Elsje Christiaens van Sprouwen, een arm dienstmeisje uit Denemarken dat in het voorjaar van 1664 ter dood werd veroordeeld wegens moord op een hospita die haar afperste. Maks boek mag ook een beetje beschouwd worden als een eerbetoon aan haar, een van die schuchtere figuranten van de geschiedenis.
Het is, naast de met veel kennis van zaken beschreven grote lijnen van de Amsterdamse geschiedenis, die liefdevolle aandacht voor de snippers van het verleden, die Geert Mak tot zo’n onweerstaanbare verteller maken, en Een kleine geschiedenis van Amsterdam tot een onvergetelijke excursie terug in de tijd.