De euro wordt zo langzamerhand een gevaarlijke gifpil voor heel Europa

Het waren krankzinnige weken, rond Griekenland en de euro. Is er sinds medio juli nu een begin van een oplossing? Was het maar waar, meent Geert Mak. ‘Niet alleen de euro, het hele Europese project loopt nu groot gevaar.’

‘Het is zo langzamerhand begrijpelijk dat niemand meer iets snapt van de Griekse crisis. Er speelt van alles tegelijk: Er is een puur financieel-politieke discussie: hoe redden we de euro en hoe voorkomen we nieuwe crises? Er is een pre-modern Europees land in grote nood, mede omdat het weigert om de eigen rol in dit alles onder ogen te zien: hoe overtuig je de Grieken dat veel oplossingen toch uit henzelf moeten voortkomen? Er is een economische discussie: moeten we niet als de bliksem van deze wurgende totaal a-productieve bezuinigingspolitiek af? Daarnaast speelt een geopolitiek vraagstuk: welke risico's loopt Europa als er nog een 'failed state' ontstaat aan de Europese buitengrens? 

Er is een onderhuidse Frans-Duitse machtsstrijd: Duitsland, oppermachtig nu Amerika zich meer en meer uit Europa terugtrekt, dwingt het continent steeds meer in een Duits keurslijf. Tegelijkertijd staat Duitsland erop dat het starre IMF bij deze schuldsaneringen betrokken blijft om het harde Duitse standpunt te verstevigen.

Er is een morele discussie: gedragen de noordelijke europese landen, met hun obsessie over tekorten en schuldpapieren, zich niet zo langzamerhand als woekeraars van de slechtste soort? Daaronder ligt dan nog eens een fundamentele discussie over de aard en prioriteiten van het Europese project als geheel: gaat het enkel om ons geld en onze welvaart of ook om onze menselijke solidariteit, om een redelijk bestaan voor iedere Europese burger? Het duizelt je.’

Hoe beleeft u de crisis van deze zomer zelf?
Het is een historische moment, zeker. Het is het losbreken van een koorts die allang sluimerde. Het is de eerste volksopstand van zuid- tegenover noord-europa – want dat was het ‘nee’ van de Grieken. Tegelijk is het de bevestiging van de Duitse overmacht over Europa.

Zoals dat gaat bij crises koesteren alle partijen daarbij hun eigen blinde vlekken, en hun eigen vormen van magisch denken. Veel Grieken blijven blind voor het feit dat hun schulden een symptoom zijn van een probleem hebben dat oneindig veel verder reikt: hun bestuur is in de verste verte niet toegerust voor deze tijd, en al helemaal niet voor een snel moderniserend Europa. Het is in wezen nog altijd een 19e eeuws systeem, met een gebrekkige administratie, een rampzalig investeringsklimaat, vol corruptie en vriendjespolitiek. Veel Grieken missen de nodige zelfreflectie, wijten alles aan ‘het buitenland’ of aan ‘Duitsland’. Ze leven, wat dat betreft, in hun eigen, magische droomwereld, zonder ook maar een seconde over de grens te kijken.

Mede daarom zijn ze ook nog eens totaal blind voor het feit dat niet alleen zij een democratie zijn, maar dat ze te maken hebben met achttien andere democratieën waar de burgers ook nog wel eens wat vinden. Bijvoorbeeld over het feit dat zij moeten bijdragen, zoals de Slowaken en de Esten, om de Griekse pre-pensioenen overeind te houden terwijl hun eigen pensioenen stukken lager en ongunstiger zijn. Dat is de ene kant.

En die andere blinde vlek?
Dat is die van Noord-Europa, met name van Nederland, Duitsland en Finland. Een blindheid, allereerst, voor de verantwoordelijkheid voor deze ellende, die toch echt voor de helft bij ‘onze’ banken ligt. Ik kan het niet genoeg zeggen, maar tegenover iedere onverantwoordelijke geldlener, zoals Griekenland, staat altijd ook een even onverantwoordelijke crediteur. Met name de Duitse en Franse bankiers hebben hier enorm veel een verdiend – Duitsland kon zo bovendien voor aan Griekenland honderden miljoenen aan militair materieel en andere zaken leveren, het was een zeer lucratieve business.

Iedereen wist dat het daar in Griekenland een puinhoop was, dat die honderden miljarden nooit zouden terugkomen, toch gingen deze bankiers eindeloos door, puur omdat ze twee procent meer rente kregen - plus voor henzelf mooie bonussen, jaar na jaar – en omdat ze erop gokten dat belastingbetalers van de eurozone deze verliezen uiteindelijk altijd zouden dekken. Wat inderdaad gebeurde.

Zij kwamen er dus prachtig mee weg, de helft van de Spaanse, Griekse en Portugese jeugd zit wel werkloos thuis. Dat is de diepe immoraliteit van deze geschiedenis. Er is dus, zoals onze minister-president zo gretig deed,  weinig reden om namens Noord-Europa zo hoog van de toren te blazen!

De tweede blinde vlek heeft te maken met het economische beleid dat nu door de euro-ministers aan Griekenland wordt gedicteerd. Een aantal eisen – het organiseren van goede en eerlijke belastingen, het aanpassen van de pensioenleeftijd, het opbouwen van een goed kadaster en een normaal bureau voor statistiek – zijn basisvoorwaarden waar geen enkel euro-land omheen kan. Belangrijk, ook voor Griekenland.

Maar de afgedwongen bezuinigingen zijn, macro-economisch gezien, pure waanzin – los van het feit dat ze de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter maken. Zelfs het IMF, zelfs The Economist, delen deze mening, nou, dat is niet bepaald Groen-Links. Wat je ook mag vinden van de onderhandelingstactieken van Varoufakis en de competentie van de leiders van Syriza, de economische ondergang van Griekenland is niet hun schuld. Die is al veel eerder in gang gezet: de economie kromp, sinds de troika het roer in handen nam, met meer dan een kwart, precies volgens de prognoses van veel economen. Je moet nu eenmaal tijdens een recessie niet gaan bezuinigen, dan wordt alles alleen nog maar erger – dat leer je al tijdens je eerste jaar economie. Keynes, ja, maar het klopt wel.

De Noord-Europese politici zijn en blijven daarvoor totaal blind, zelfs naar het IMF willen ze niet luisteren. Dat is hun vorm van magisch denken. Ze leven in een tunnelvisie, voornamelijk gericht op schulden en tekorten, met vrijwel geen oog voor de economie als geheel, laat staan voor de miljoenen mensen – vooral jongeren – die door dit beleid beroofd blijven van hoop en toekomst. Dat geldt trouwens ook voor de andere probleemlanden, Spanje, Portugal en Ierland. Wat voor Europa hebben de leiders deze zomer eigenlijk aan de Europese jeugd laten zien? Is dit Europa van boekhouders en wurgcontracten de toekomst waarin ze moeten geloven?
Er is dus weinig reden om, zoals onze minister van Financiën, Groen-Links en andere critici de les te lezen over ‘realiteitszin’. Het gaat erom van welke realiteit je uitgaat, en de zijne is zo langzamerhand onrustbarend beperkt. Zeker voor een sociaal-democraat.
 
Hoe is dit allemaal zo gekomen?   
Een vitaal moment was de beslissing van de Europese ministers van financiën na de val van Lehman Brothers in 2008 om geen enkele systeembank om te laten vallen. Wellicht was die beslissing onvermijdelijk om het hele kapitaalssysteem te redden, maar het gevolg daarvan was wel dat een typisch probleem van de private sector opeens werd weggeschoven naar publieke sector. Zoals ik hiervoor al zei: de gewone burger en belastingbetaler, over heel Europa, moest nu opeens opdraaien voor de gokpartijen van een paar dolgedraaide bankiers. Er trok zo een dikke mist van cynisme over het Europese project. 

Er gebeurde echter nog iets: Angela Merkel eiste  dat ieder euroland de financiële gevolgen van die crisis zelf zou dragen, in plaats van de Eurozone als geheel.
Op die manier werd het Europese private bankenprobleem niet alleen een publiek probleem,  het werd ook nog eens genationaliseerd, het werd omgetimmerd van één Europees probleem tot een hele reeks nationale problemen.

Toen ging het echt mis. Daarmee werd namelijk de komst van Eurobonds en de ontwikkeling van een gemeenschappelijk financieel beleid geblokkeerd. Merkel had de hete adem in de nek van het Duitse publiek, dat na de peperdure Duitse hereniging niet langer wilde opdraaien voor dit soort extra lasten. Daar lag volgens veel experts – bijvoorbeeld Georges Soros - het begin van de eurocrisis, en ik denk dat ze gelijk hebben.

En toen?
Vervolgens ontaardde deze financiële crisis in een reeks politieke crises, en wel van land tegenover land, van crediteur-landen zoals Duitsland en Nederland, tegenover debiteur-landen, zoals Griekenland en Spanje. De venijnigheid nam steeds meer toe, met als resultaat dat er bitter weinig meer over is van de Europese Unie die er ooit was, een gemeenschap van landen op basis vrijwilligheid en gelijkwaardigheid.

De Europese Unie was altijd kampioen in het doormodderen van compromis naar compromis. De Unie wordt  nu echter, naast de Griekse crisis, geconfronteerd met vier andere grote crises: Rusland, Oekraïne, de vluchtelingen en een dreigende Britse exit. Zoveel stormen kunnen wel eens teveel worden. Het scheepje kan wel degelijk breken.  

Daarbij kwam nog eens die volksopstand waarover u het had.

De opkomst van Syriza was volkomen te verwachten, net als het succes van Podemos in Spanje. De verbazing van sommige Europese leiders over het ‘nee’ van de Grieken verbaast mij: zover kun je dus al wegzweven van de realiteit van het dagelijkse bestaan.
We gaan dat nog veel vaker meemaken: je kunt niet grote delen van een bevolking laten afzakken van een redelijke welvaart tot halve of hele armoede – een op de drie Grieken leeft nu onder de armoedegrens – plus een hele generatie jongeren min of meer afschrijven, je kunt dat niet allemaal doen zonder dat zoiets politieke en maatschappelijke repercussies heeft. Linksom of rechtsom. Ja, het was een volksopstand, vanaf de verkiezingsoverwinning van Syriza, en het verrast me dat die opstand zo weinig  Europese leiders aan het denken zette. En nu is het dus een volksopstand die met grof financieel geweld is onderdrukt. Zolang als het duurt.

Dus u steunt Syriza? 
Een deel van hun opvattingen deel ik. Ik denk ook dat er een aantal prima mensen binnen Syriza zitten, eerlijke idealisten, zonder meer. Voor de rest vind ik het een ramp – en voor de arme Grieken is het een drama. Dat heeft voor een deel met de Griekse bureaucratie te maken, die voortdurend wisselt, aan elkaar hangt van politieke relaties en op die manier weinig know-how en geheugen kan ontwikkelen. Maar het heeft ook te maken met Syriza zelf.

De leiders van Syriza hebben hun kiezers een perspectief voorgehouden dat niets met de werkelijkheid van doen had. Ze hebben bovendien de kansen die ze hadden – en die waren er best -  compleet verkloot. Met hun theorietjes, hun arrogantie, hun eigen nepotisme, hun volstrekte blindheid voor de basisregels binnen de EU, met hun zinloze beledigingen jegens Duitsland en de Duitse kiezers – die wel weer met tientallen miljarden over de brug moeten komen -, met hun narcisme en hun incompetentie.
De laatste voorstellen van de Griekse regering zouden, bijvoorbeeld,  geen schijn van kans hebben gehad als er niet Frans team van specialisten ijlings naar Athene was overgevlogen, in het diepste geheim, om te redden van er te redden viel. Aan de enorme kloof tussen arm en rijk binnen Griekenland hebben de leiders van Syriza nauwelijks iets gedaan. De rijke Grieken betalen nog steeds nauwelijks belasting, de vriendjespolitiek gaat gewoon door. Je moet je voorstellen, bij de laatste bankrun is zeker zo’n tachtig miljard aan contanten bij de rijkere Grieken onder de matrassen verdwenen, dat is de andere kant van het verhaal.

Alle slogans van Syriza waren gericht tegen het buitenland, tegen Duitsland, plat nationalisme, niets anders. Het is populistisch links in de slechtste zin van het woord. En het is een drama, omdat zulke tegenbewegingen wel broodnodig zijn om Europa uit deze puur kapitalistische tunnelvisie te krijgen en de miljoenen slachtoffers van deze crisis weer enige hoop te bieden. Ik hoop en bid – en eigenlijk verwacht ik het ook – dat Podemos het in Spanje anders gaat aanpakken. En dat dergelijke bewegingen ook elders in Europa voet aan de grond krijgen. Maar dan slim en competent. Linkse idealen en kwaliteit kunnen wel degelijk prima samengaan.
 
Sommigen spreken van een Brusselse coup.

Dat zou dan de tweede Brussels-Duitse coup zijn, want eerder is zo Berlusconi ook al gewipt. Ik sluit inderdaad niet uit dat de strafexpeditie tegen Griekenland mede tot doel had om Tsipras en de zijnen ten val te brengen en een centrum-regering in het zadel te helpen. Ik kan me aan de andere kant ook wel voorstellen dat zo’n groep Europese ministers na een half jaar Varoufakis door het dolle heen is. Ook in deze circuits vliegen op een gegeven moment de emoties uit de pan en gebeuren er dingen die niemand wil. En dan overheerst niet alleen het eigen land, maar ook het eigen wereldbeeld. Alleen: wat goed is voor Duitsland en Nederland hoeft lang niet altijd goed te zijn voor heel Europa.
 
Verwacht u alsnog een grexit?
Dat is niet onmogelijk. Voor het uitvoeren van beleid heb je in de eerste plaats een bepaalde grondhouding nodig, de Amerikanen duiden die aan met ‘ownership’: je moet beseffen dat iets jouw probleem is, en dat jij, uiteindelijk, de enige bent die dat kan oplossen.  Dat gevoel ontbreekt bij veel Grieken, en zeker bij de huidige Griekse regering – nog afgezien van het feit dat ze, wat die bezuinigingen betreft, volkomen gelijk hebben.  Dat wordt dus niets.

Deze juli-deal die nu aan de Grieken heeft dus een hoog ‘kleren van de keizer’ gehalte. Er is alleen op korte termijn iets opgelost, op lange termijn zullen de fricties blijven bestaan en zelfs toenemen. Daarbij komt een praktisch aspect dat vaak over het hoofd wordt gezien. De Europese bestuurders en politici steken nu al maandenlang, noodgedwongen, het grootste gedeelte van hun tijd en energie in Griekenland. Grof gezegd: 2 procent van de Europese bevolking zuigt 98 procent van de bestuurlijke energie van de Unie op. Alle aandacht gaat naar de Grieken, telkens weer. Het gigantische vluchtelingenprobleem, de kwestie Oekraïne, de mogelijke Brexit, het klimaatvraagstuk, al die gevaarlijke en urgente kwesties verdwijnen naar de achtergrond. Dat kan niet zo doorgaan.
 
Is een grexit dan zo’n drama?
De meningen zijn verdeeld. Griekenland moet weer op de been worden geholpen, maar de vraag is inderdfaad of die redding per se binnen de eurozone moet plaatsvinden. Een grexit is voor de andere eurolanden een ultieme vorm van zelfbescherming: het gaat dan niet meer om de Grieken, maar om het in standhouden van de euro als geheel. De prijs zal hoog zijn, denk alleen maar aan de politieke repercussies en de enorme economische en sociale onzekerheid die zal ontstaan. Het zal hard en zwaar worden, vooral voor de arme Grieken. Griekenland heeft dan echter wel een soort vrijheid terug, al is die zeer betrekkelijk. Lenen op de internationale kapitaalmarkt zal bijvoorbeeld heel moeilijk worden, de afhankelijkheid van andere geldschieters – Rusland, China – zal snel groter worden, met alle geopolitieke gevolgen van dien. Bovendien zal Griekenland enorm veel humanitaire hulp nodig hebben, vooral ook uit Europa. Het Griekse probleem blijft dus volop op tafel, grexit of niet, linksom of rechtsom.  
 
Wat moet er dan gebeuren?
Ik denk dat we staan voor een grondige herbezinning rond het hele Europese project. De discussie die Groot-Brittannië gaat aanzwengelen rond de mogelijke Brexit kan daarvoor een goede aanleiding zijn. Wat ging er de afgelopen decennia goed, waar en hoe liep het mis? Het moet een discussie worden zonder taboes: ook de rol van de euro moet daarbij op tafel komen, want zo gaat het niet langer. De euro wordt zo langzamerhand een gevaarlijke gifpil voor de hele Europese samenwerking, een gif van verdeeldheid en animositeit die zich ook steeds meer uitbreidt over andere terreinen. Oekraïne, de vluchtelingen, het energiebeleid, we hebben een boel onderlinge solidariteit nodig en die siepelt langzaam weg. 

De euro dobbert nu als het ware midden op de rivier. Het is nu een keurslijf waarin negentien zeer verschillende economische culturen zijn samengeperst, enkel door een reeks starre regels. Dat moet allemaal soepeler. We moeten daarom verder roeien, naar de overkant. 

Ik ben het dus eens met Guy Verhofstadt: willen we de euro redden dan moet die centraler en steviger en vooral ook politieker worden aangestuurd, anders valt het systeem uiteen. Situaties als het weekend van 12 juli, waarbij Angela Merkel wilde weglopen en alleen nog bij de deur door Tusk fysiek werd tegengehouden, dat is geen manier van werken binnen een munteenheid die 310 miljoen mensen bindt.

Aan de andere kant: als voor zo’n strakkere leiding en zo’n verdere overdracht van soevereiniteit binnen de eurolanden met geen mogelijkheid voldoende politiek en democratisch draagvlak te vinden is, dan rest slechts één andere optie: terugroeien. Dan zal de euro moeten worden opgesplitst, dan zullen misschien juist de noordelijke landen de euro moeten verlaten en een eigen ‘neuro’ vormen. Dat wordt allemaal heel moeilijk en gecompliceerd, maar het is, vrees ik,  onvermijdelijk willen we de rest van het Europese project overeind houden.

De simpelste economische wet ter wereld is ooit geformuleerd door Herbert Stein: ‘If something cannot go on forever, it will stop.’ Dat geldt ook voor de Griekse aanwezigheid in de euro-zone. En dat geldt, uiteindelijk, ook voor de euro zelf.’
 
Ludzer van der Molen                                                                                    17 juli 2015.