‘Het gaat nog knakken en kraken’

Het wordt tijd dat de Europese landen elkaar eens diep in de ogen kijken en uitmaken wat ze nog met elkaar willen, zegt Geert Mak ten Ine Renson van het Belgische dagblad De Tijd. Dat is zoals in elk huwelijk een lastige fase, het moment van de waarheid. Maar zinken zal het scheepje niet. ‘Dit is niet het einde van een tijdperk.’

Hier staan we dan. De Europese motor sputtert niet alleen, de auto lijkt achterwaarts de berg af te rollen. De voorbije week werd een cascade van grenzen opgetrokken. Maar dat betekent niet dat we in paniek moeten spreken over het einde van Schengen, zegt Geert Mak. De Nederlander, die tien jaar geleden furore maakte met ‘In Europa’, geldt als een van de scherpste analisten van het continent. Hij werkt dezer dagen ijverig aan een boek over Nederland, maar las niettemin ‘zowat alles wat je over deze crisis kunt lezen’.

‘Die grenzen zijn noodsprongen. Ze zijn fragiel en administratief. Echte grenzen met douanes zijn niet meer mogelijk. Alleen al in Nederland rijden per jaar 18 miljoen vrachtwagens de grens over.’

Grenzen zijn geen oplossing, zegt Mak, want het vluchtelingenprobleem moeten we samen aanpakken. Dat wéten we, maar toch hapert het daar, telkens weer. ‘Europa functioneert niet in crisissituaties. Het reageert te traag, verward. Een kind had die vluchtelingenstroom kunnen zien aankomen, maar Europa zag het niet, geobsedeerd als het was door de Griekse crisis.’

‘Een goed functionerende grootmacht’, zegt Mak, ‘kijkt om zich heen, anticipeert. Die Griekse brand hadden we in het begin vakkundig moeten afblussen. Die kleine economie had het systeem nooit zo mogen bedreigen. Hetzelfde voor de Oekraïnecrisis, die verraste Europa terwijl die felle Russische reactie te verwachten viel. En dan zijn er nu de brandhaarden in het Midden-Oosten. Misschien had Europa iets kunnen doen in Syrië, bijvoorbeeld door het instellen van een no-flyzone. In de regio hadden we in elk geval humanitair op grote schaal moeten bijspringen. We schieten schromelijk tekort. We dachten: ze blijven wel daar, in Turkije en Libanon. Maar daar is geen perspectief meer. Dus komen die stromen in beweging. Hulp sturen is oneindig veel effectiever dan de grenzen sluiten. Maar nu zijn ze hier. Dus moeten verdeelsleutels  worden afgesproken. Ook dat lukt niet. Daar is maar één oorzaak voor: we missen een federale structuur. We moeten meer macht overdragen aan Europa.’

De cocktail van links én rechts populisme in Europa lijkt niet meteen de voedingsbodem om dat te doen.

Geert Mak: ‘Oh, maar de linkse Griekse regeringspartij Syriza was ondanks alles wel pro-Europa. De discussie ging daar terecht over de vraag welk ­karakter die unie moet hebben. Dient ze de markt of de burger? Die linkse bewegingen beseffen wel dat alle grote vraagstukken, van het intomen van de macht van de banken tot het klimaatprobleem, alleen met succes op Europees niveau aangepakt kunnen worden. Er wordt eindelijk gediscussieerd over de inhoud van het project. Europa moet federaler worden, én democratischer. Die spanningen broeien, wat lastig is en gevaarlijk.’

De Griekse schuldencrisis bleef voor ­velen al bij al abstract. Nu gaat het over mensen, die stranden in onze parken en aan onze grenzen. Is dit explosiever?

Mak: ‘Toen had je ook drama’s, van Grieken die geen perspectief meer hadden en zelfmoord pleegden. Maar het klopt: nu wordt het heel tastbaar. En zoals EU-commissaris Frans Timmermans zegt: het is geen kwestie van geld of organisatie, maar van politieke wil. Zelfs als er 1 miljoen Syriërs komen, spreken we niet eens over 0,25 procent van de Europese bevolking. Dat is te overzien, in het verleden heeft ­Europa miljoenen vluchtelingen ­verwerkt. Duitsland heeft na WO II alleen al 12 miljoen mensen opgevangen uit de DDR, Sudetenland, Polen. Dat zit in de stambomen van de mensen verweven, vandaar ook die solidariteit. Meer zelfs: daar is de invasie van goed opgeleide Syriërs niet onwelkom. Duitsland vergrijst snel: de voorbije vijf jaar is de bevolking gedaald met 1,5 miljoen. Als je die mensen snel de taal leert en aan het werk zet, kan het een voorbeeld worden van een land dat door migranten een nieuwe impuls krijgt.’

Hoe verklaart u het nieuwe schisma ­tussen oost en west in deze crisis?

Mak: ‘Oost-Europa heeft veel minder ervaring met migranten dan West-Europa. Frankrijk, Engeland, Nederland, België: die hebben alleen al rond de dekolonisatie vele honderdduizenden migranten verwerkt. Die weten dat zoiets lastig is, maar dat de hemel niet instort. Polen en Hongarije hebben de voorbije decennia een politiek van volkszuiverheid gevoerd. Die houding kon mede wortel schieten omdat de grote aantallen Joden die er vroeger woonden tijdens WO II massaal werden omgebracht. Ik vind dat dit nu een heel eng staartje krijgt. De Hongaarse premier Viktor Orbán is openlijk met die zuiverheid bezig. Je kunt je afvragen welk soort land daar aan het ontstaan is. En of dat wel past binnen de waarden van de unie.’

Kunnen we daar nu nog iets aan doen? Hongarije is, ondanks hety racisme en mediacensuur, wel een deel van de club.

Mak: ‘Je kunt het onthouden. En als het weer wat rustiger is, kun je dat conflict met Orbán op de spits laten drijven. Orbán speelt een raar dubbel spel. Hij houdt zijn machtspositie overeind met een vloed aan Europese subsidies. Tegelijk voert hij een beleid dat rechtstreeks in strijd is met de Europese basiswaarden. Daar moet maar eens een punt achter gezet worden.’

De Duitse minister van Binnenlandse Zaken alludeerde daar ook op: snijden in de structuurfondsen voor landen die niet solidair zijn. Kun je een land op die manier chanteren?

Mak: ‘Je kunt best streng zijn, ja. Na de opbouw- en de uitbreidingsfase zitten we nu in de fase waarin we, net als in een huwelijk, elkaar in de ogen moeten kijken. De zaken die altijd onder het tapijt werden geveegd, moeten worden uitgeklaard. Dit is de fase van de waarheid, waarin de regels worden aangescherpt. Een heel moeilijke. Amerika is daar ook doorgegaan, vanaf 1840 met daarna zelfs een burgeroorlog. Ook wij zitten op zo’n breukmoment waarin we met vallen en opstaan de dingen moeten uitvechten.’

Maar er is geen weg terug.

Mak: ‘Neen. De feitelijke omgang tussen Europese burgers, bedrijven, instellingen en regeringen is te diep geworteld. Een herorganisatie kan wel. Misschien is de euro op termijn voor bepaalde landen niet houdbaar. Dan moeten we de moed hebben dat project deels los te laten, om het geheel te redden. De discussie over de brexit die er aankomt: laat dat de ­basis zijn voor een eerlijke introspectie, zonder taboes. Wat werkt, en wat niet? Wie wil nog bij de club horen? Als je die discussies niet officieel voert, worden ze wel op straat gevoerd.’

‘Kijk, we zijn een conglomeraat van ­relatief kleine landjes, we kunnen niet anders dan samenwerken. Als de EU vandaag wordt opgegeven, staat er morgen een nieuw systeem in de steigers. Dat is een geruststelling, maar het maakt het ook lastig. Het scheepje gaat door een stevige storm, de lading is niet goed gestouwd en er staan te veel mensen in de stuurhut. Er zal van alles kraken en knappen. En toch moeten we met zijn allen op dat scheepje overleven.’

Waar ziet u het kraken en knappen?

Mak: ‘De eurocrisis zal opnieuw opspelen, daar zijn we nog niet van af. Het risico bestaat dat het Verenigd Koninkrijk zichzelf er afrijdt. Maar het geheel implodeert niet. Toen de eurocrisis uitbrak, dacht ik: ‘Ai, dit loopt helemaal mis.’ Maar de instellingen hebben een grotere veerkracht dan ik vermoedde. Alleen is er iets anders gebeurd: de bevolking vertrouwt het zaakje niet meer. Het Europa waar ik in 1999 door reisde, was veel optimistischer. Dat is misschien het belangrijkste wat Europa te doen staat: door leiderschap en inspiratie dat vertrouwen terugwinnen.’

Kan bondskanselier Angela Merkel dat?

Mak: ‘Ja, maar niet alleen. Er zouden meer Merkels moeten zijn die met power en visie op het paard vooruit durven te galopperen. In de jaren 50 heeft Nederland 300.000 Indiase Nederlanders opgevangen. Racisme siste toen ook overal, maar dat werd vakkundig van bovenaf de kop in gedrukt. Om de Franse politicoloog Dominique Moïsi te citeren: ‘We leven in buitengewone omstandigheden, met - op een paar uitzonderingen na - niet-buitengewone politici. In zulke tijden moet je over je schaduw heen durven te springen en tegen sentimenten ingaan.’

Begrijpt u waarom het sentiment in Europa zo tegen vreemdelingen is gericht?

Mak: ‘Omdat het over iets fundamenteels gaat: de soevereiniteit over je grens. Daar zijn oorlogen over gevoerd. We weten wel dat grenzen achterhaald zijn, maar het kost moeite dat los te laten. Op een typisch Europese manier wordt nu onderhandeld over quota. Maar zodra dat systeem op poten staat, zal iedereen tevreden zijn. Dan kan dat gezeul met asielzoekers ophouden.’

‘Ergens begrijp je het wel natuurlijk. In nogal wat Europese landen is het met de gastarbeiders in veel buurten echt fout gelopen. Daardoor kwam het begrip migratie in een kwaad daglicht te staan. Maar we kunnen daar overheen. Europa is een kwestie van solidariteit, maar ook van gezamenlijke moraal. Politieke leiders die dat niet meer uitdragen, ontlopen hun historische verantwoordelijkheid.’

 

Ine Renson, De Tijd.                                                                                             Brussel, 20 september 2015